De impact van CSRD op fleet managers: een nieuwe definitie van duurzaamheid in zakelijke mobiliteit
Vormgeven in plaats van beheren: de nieuwe rol van fleet managers in 2024
Bedrijven die onder de duurzaamheidsrichtlijnen vallen, moeten zich aanpassen aan nieuwe vereisten en de CO2-uitstoot op alle gebieden van hun bedrijf verminderen voor succes op lange termijn. Dit omvat de operationele mobiliteit van het bedrijf en zijn werknemers, waarbij de wagenparkbeheerder centraal staat. Hoewel wagenparken een belangrijk onderdeel van bedrijven zullen blijven en in rapporten zullen worden opgenomen, komen alternatieve mobiliteitsoplossingen zoals gedeelde mobiliteit, fietsen en digitale mobiliteitsbudgetten steeds vaker voor. Deze verschuiving heeft tot gevolg dat de rol van de wagenparkbeheerder wordt uitgebreid naar die van mobiliteitsmanager, wat interessante mogelijkheden en creatieve vrijheid biedt voor de toekomst van mobiliteit.
De rol van wagenparkbeheerders evolueert, net zoals hun wagenparken. Met de goedkeuring van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) door de EU hebben bedrijven nu de verantwoordelijkheid om te rapporteren over en bij te dragen aan inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Wagenparkbeheerders spelen hierbij een cruciale rol.
Wagenparkbeheerders beschikken over de vaardigheden en expertise die nodig zijn om deze velden effectief te beheren en als ambassadeurs te dienen voor de duurzaamheid van hun bedrijf. Deze nieuwe rol brengt echter uitdagingen met zich mee, zoals het afwegen van duurzaamheidsdoelstellingen met kostenoverwegingen en het omgaan met complexe wettelijke vereisten. Wagenparkbeheerders die deze uitdagingen met succes aangaan en duurzaamheidsmanagers worden, kunnen aanzienlijke voordelen voor hun bedrijf oogsten.
Wat is CSRD?
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote en/of beursgenoteerde bedrijven om regelmatig rapporten te publiceren over de sociale en milieurisico's waarmee ze worden geconfronteerd, en over de invloed van hun activiteiten op de rechten van mensen en het milieu. De richtlijn heeft tot doel investeerders, maatschappelijke organisaties, consumenten en andere belanghebbenden in staat te stellen de duurzaamheid van deze bedrijven te beoordelen.
De CSRD stelt bredere en strengere normen vast dan zijn voorganger, de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Met name voor de rapportage over broeikasgassen. Daarnaast was auditing vrijwillig in het kader van de NFRD, maar nu is dit verplicht op grond van de CSRD.
Duurzaamheidsrapportage bestrijkt meerdere gebieden en bestaat uit meerdere lagen. De nieuwe CSRD is gebaseerd op het bestaande kader voor milieu, maatschappij en bestuur (ESG), dat rekening houdt met milieu-, sociale en bestuursaspecten. Toekomstige duurzaamheidsverslaglegging zal gericht zijn op CO2-rapportage. De CSRD vereist echter documentatie van het volgende, naast de CO2-balancering met betrekking tot duurzaamheid:
- Bedrijfsmodel en -strategie met betrekking tot veerkracht, kansen en risico's, plannen en belangen van belanghebbenden, en hoe de strategie in het verleden werd geïmplementeerd.
- Doelen en geboekte vooruitgang bij het bereiken ervan.
- Bedrijfsbeleid met betrekking tot duurzaamheidskwesties.
- De genomen maatregelen en de resultaten daarvan.
- Risico's verbonden aan duurzaamheidskwesties en de afhankelijkheid van het bedrijf daarvan.
Waarom is het voor iedereen belangrijk?
Volgens de vorige richtlijn inzake niet-financiële verslaglegging (NFDR) moesten alleen grote beursgenoteerde bedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen (organisaties van openbaar belang) met meer dan 500 werknemers hun niet-financiële prestaties rapporteren. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) breidt deze criteria uit door duurzaamheidsrapportage verplicht te stellen voor een groter aantal bedrijven. De CSRD breidt de reikwijdte van de NFDR uit van ongeveer 11.700 naar 50.000 bedrijven in de EU.
EU-bedrijven die aan twee van de volgende criteria voldoen, moeten voldoen aan de CSRD:
- €40 miljoen of meer aan netto-omzet
- €20 miljoen of meer aan activa
- 250 of meer werknemers
NB: Niet-EU-bedrijven met een omzet van meer dan €150 miljoen en activiteiten in de EU zullen ook moeten voldoen aan de CSRD.
De nieuwe verordening is van toepassing op 1 januari 2024 (met rapporten die in 2025 moeten worden ingediend) voor grote bedrijven die al onderworpen waren aan niet-financiële rapportagevereisten. Andere grote bedrijven die onder de CSRD vallen, moeten op 1 januari 2025 voldoen, terwijl de vereisten voor kleinere bedrijven vanaf 2026 van kracht worden.
Grote bedrijven zullen meer en betere gegevens van hun leveranciers nodig hebben om de nieuwe Scope 3-rapportagevereisten (upstream-inkoop) te ondersteunen. De planning en systemen om aan deze vereisten te voldoen, moeten in 2023 beschikbaar zijn om in 2024 te beginnen met het verzamelen van gegevens. De downstreamproducten van uw bedrijf zijn de upstream-producten van iemand anders. Zelfs als de CSRD-vereisten niet van toepassing zijn op kleine en middelgrote ondernemingen, zullen de meeste bedrijven, zo niet alle, de impact van deze verordening voelen.
Hoe kunnen wagenparkbeheerders dit omarmen?1
Duurzaamheid is een steeds belangrijkere overweging geworden voor in Europa gevestigde bedrijven in hun bedrijfsstrategieën. Alphabet heeft een enquête gehouden onder meer dan 700 wagenparkbeheerders in Europa. Uit het onderzoek is gebleken dat bedrijven mogelijk een meer alomvattende aanpak moeten volgen om hun duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Concreet is een holistisch instrument nodig om de CO₂-uitstoot te meten en te verminderen. Hoewel 51% van de bedrijven het belang van duurzaamheid erkent bij hun zakelijke beslissingen, houdt slechts 37% actief toezicht op hun emissies, volgens de bevindingen van de enquête.
Vlootfocus op ESRS E1-6 - Brutoscopes 1, 2, 3 en totale broeikasgasemissies
De Europese duurzaamheids- en rapportagestandaarden (ESRS) zijn het raamwerk dat in het kader van de CSRD moet worden gebruikt. De E1-sectie is gewijd aan klimaatverandering. Bij het opstellen van informatie voor de rapportage van broeikasgasemissies moet het bedrijf:
” (a) houd rekening met de principes, vereisten en richtlijnen van de GHG Protocol Corporate Standard en GRI 305 (die rechtstreeks gebaseerd is op de vereisten van het GHG-protocol). (b) vermeld de methodologieën en emissiefactoren die worden gebruikt om broeikasgasemissies te berekenen of te meten en geef een referentie of link naar alle gebruikte berekeningsinstrumenten.”
Wat moet er gemeten en gerapporteerd worden?
Broeikasgasemissies die bijdragen aan de klimaatverandering worden ingedeeld in drie categorieën: Scope 1, 2 en 3.
- Scope 1: Dit zijn directe emissies die afkomstig zijn van bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door een organisatie, waaronder zakelijke kilometers die door werknemers worden gereden. Het omvat uitlaatemissies van voertuigen op fossiele brandstoffen.
- Scope 2: Dit zijn indirecte emissies van de opwekking van aangekochte energie, meer bepaald de elektriciteit die een EV-vloot verbruikt tijdens zakelijke kilometers.
- Scope 3: Dit zijn indirecte emissies van bronnen die geen eigendom zijn van of beheerd worden door de organisatie, zoals het woon-werkverkeer van werknemers en zakenreizen. Het is het moeilijkst te meten en aan te pakken.
NB: Privékilometers zijn uitgesloten van het rapportagecanvas
Hoe ga je aan de slag?
- Zoals hierboven vermeld, moet u internationaal erkende duurzaamheidsnormen toepassen om ervoor te zorgen dat uw duurzaamheidsrapportage consistent, geloofwaardig en vergelijkbaar is met branchegenoten. Voorbeelden van dergelijke standaarden zijn onder meer de boekhoudprincipes voor broeikasgassen.
- Verkrijg datagestuurde inzichten door de juiste gegevens te verzamelen, zoals het aantal kilometers, het brandstofverbruik en het elektriciteitsverbruik (prestaties van de auto en verbruikte liters) en de verdeling tussen zakelijke kilometers, woon-werkverkeer en privékilometers.
- Betrek belanghebbenden om draagvlak en geloofwaardigheid op te bouwen voor uw duurzaamheidsinitiatieven.
- Maak gebruik van technologie om gegevens te verzamelen en uw rapportageresultaten te automatiseren.
Hoe de Scope 3-emissies te verminderen
Milieugerichte beslissingen over aankopen en zakenreizen kunnen de Scope 3-emissies aanzienlijk verminderen. Wagenpark- en mobiliteitsmanagers kunnen de volgende beslissingen nemen:
- Steun ecologisch woon-werkverkeer: Bevorder koolstofarm woon-werkverkeer, zoals wandelen en fietsen, door fietsinfrastructuren op te bouwen en regelingen voor de aankoop van fietsen aan te bieden. Zet een carpool op voor pendelaars en steun in de kosten van het openbaar vervoer.
- Zakenreizen koolstofarm maken: Zakenreizen dragen bij aan de Scope 3-emissies, dus overweeg of werknemers reizen kunnen vervangen door virtuele vergaderingen. Moedig werknemers aan om de meest broeikasgasefficiënte vervoerswijze te gebruiken, zoals de trein nemen in plaats van te vliegen.
- Koolstofarme aankopen: bespreek de uitstoot van broeikasgassen met belangrijke leveranciers, zoals autofabrikanten, en daag hen uit om hun emissies te verminderen. Sommige grote bedrijven nemen emissiereductiedoelstellingen op in hun KPI's voor leveranciersbeheer. Kies voertuigen met de laagste ecologische voetafdruk.
Hoe kan Mbrella helpen?
Onze adviesdiensten zijn gespecialiseerd in het begeleiden van mobiliteitsmanagers op hun duurzaamheidstraject. Met onze expertise kunt u rapportageproblemen aanpakken en aanzienlijke vooruitgang boeken in de richting van uw duurzaamheidsdoelstellingen. Neem contact met ons op om te ontdekken hoe Mbrella uw vertrouwde partner kan zijn op het gebied van duurzaamheid: hello@mbrella.eu
Links en documenten
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:32022L2464
FleetEurope, e-book over CO2-benchmark, april 2023fin