Terugbetaling thuislaadkosten: Fiscale regels voor werkgevers en werknemers
De Circulaire 2024/C/77 verduidelijkt de fiscale behandeling van terugbetaalde elektriciteitskosten voor het thuis opladen van een bedrijfswagen. Werkgevers kunnen kiezen om de kosten terug te betalen op basis van werkelijke elektriciteitskosten of via een vast tarief per kWh dat per kwartaal door de CREG wordt vastgesteld. Voor het eerste kwartaal van 2025 zijn de tarieven:
- Vlaams Gewest: 28,22 eurocent/kWh
- Brussels Gewest: 32,94 eurocent/kWh
- Waals Gewest: 32,56 eurocent/kWh
De werkgever mag ook beslissen om ter simplificatie enkel het laagste CREG-tarief te betalen aan alle werknemers van de onderneming. Hogere terugbetalingen dan bovenstaande tarieven zijn niet toegelaten.
Wanneer de werkgever deze kosten terugbetaalt, gelden specifieke voorwaarden:
- Geen extra VAA: Indien de laadkosten aantoonbaar zijn (via een communicatiesysteem of kWh-meter), wordt dit fiscaal gelijkgesteld aan tankkaarten voor fossiele brandstoffen. Het Voordeel van Alle Aard (VAA) van de bedrijfswagen omvat de laadkosten en het thuislaadstation.
- Praktische aanpak: De werkgever moet het thuisverbruik specifiek meten en registreren. Dit kan via laadpalen met communicatiesystemen of tussentellers.
- Deadline administratieve tolerantie: Het gebruik van het vaste CREG-tarief geldt voorlopig slechts tot 31 december 2025.
Werkgevers die verduurzaming stimuleren, profiteren hiermee van een fiscale regeling die elektrisch rijden aantrekkelijk houdt.