Wat verandert er vanaf 1 januari 2025 op het vlak van mobiliteit?
Nieuw jaar, nieuwe regels.
Mbrella zet de belangrijkste mobiliteitswijzigingen op een rij. Zo ben je helemaal klaar voor 2025.
1. Mobiliteitsbudget
De jaarlijkse budgetlimieten veranderen vanaf 1 januari, het minimale jaarlijkse bedrag is 3,164€ en het maximale jaarlijkse bedrag is 16,875€. Dit betekent dat een mobiliteitsbudget van minder dan 3,164€ tot dit bedrag moet worden verhoogd. Een mobiliteitsbudget van meer dan 16,875€ moet tot dit bedrag worden verlaagd. Daarnaast kan een TCO die hoger is dan het vorige maximum van 16.293€ in 2025 mogelijks worden verhoogd tot het nieuwe maximumbedrag van 16.875€.
Zorg ervoor dat geen van uw werknemers een mobiliteitsbudget heeft dat hoger is dan 1/5 van hun totale brutosalaris op 1 januari.
2025 is ook het laatste jaar dat auto's met verbrandingsmotor binnen pijler 1 (onder bepaalde voorwaarden) en in pijler 2 als huur- of deelauto worden toegelaten. Vanaf 2026 moeten alle gebruikte auto's emissievrij zijn.
2. Fiscaliteit voor bedrijfswagens
Fiscale aftrekbaarheid in 2025:
- Elektrische en emissievrije voertuigen: 100% fiscaal aftrekbaar, waardoor ze de meest aantrekkelijke optie zijn.
- Niet-emissievrije voertuigen: maximaal 75% aftrekbaar in 2025.
- Hybride voertuigen: In 2025 zijn alleen elektriciteitskosten die rechtstreeks verband houden met elektrisch rijden volledig aftrekbaar; andere kosten volgen de regels voor voertuigen op fossiele brandstoffen.
CO₂-solidariteitsbijdrage in 2025:
- Elektrische en emissievrije voertuigen: minimale bijdrage van €477,96 vanwege hun nulemissie.
- Niet-emissievrije voertuigen: de bijdrage neemt aanzienlijk toe op basis van de CO₂-emissies en het brandstoftype. De solidariteitsfactor stijgt van 2,25 naar 2,75, waardoor de kloof met emissievrije voertuigen nog groter wordt.
VAA in 2025:
- In 2025 zal het belastingvoordeel voor bedrijfsauto's met een verbrandingsmotor verder dalen door een hogere CO₂-coëfficiënt. Dit maakt fossiele auto's duurder voor werknemers. Elektrische bedrijfsauto's hebben daarentegen geen CO₂-uitstoot, wat leidt tot een aanzienlijk lagere VAA. Het minimale VAA voor de werknemer in 2025 is 1.650 euro, dit minimum wordt gebruikt bij emissievrije wagens.
De Europese Commissie concludeert dat de vermelde emissies van de plug-in hybrides niet het werkelijke gebruik ervan weerspiegelen. Plug-in hybrides stoten vaak tot 3,5 keer meer CO₂ uit dan wordt beweerd. De Europese Commissie heeft nieuwe regels voor de rapportage van de CO₂-emissies van plug-in hybrides via de Euro 6e-bis-norm opgesteld. Dit zal de Co2-waarde van plug-in hybride auto's verhogen, en daarmee ook de kosten voor werkgevers en werknemers verhogen. Dit is te wijten aan hogere VAA'en, CO₂-bijdragen en verminderde fiscale aftrekbaarheid. Dit zorgt voor een nadeel om voor een plug-in hybride te kiezen, aangezien deze aanzienlijk duurder en dus minder aantrekkelijk worden.
3. Autobelastingen
Elektrische en waterstofvoertuigen zijn momenteel vrijgesteld van wegenbelasting en registratiebelasting in Vlaanderen om adoptie te stimuleren. Met het groeiende aantal elektrische auto's wordt de overheid echter geconfronteerd met dalende belastinginkomsten. De Vlaamse regering is van plan een belasting in te voeren op nieuwe elektrische voertuigen, maar de uitvoering is uitgesteld vanwege de noodzaak van een berekeningsformule en overeenkomsten met andere regio's. Er is nog geen duidelijkheid over hoe de belasting zal worden bepaald (bijvoorbeeld op basis van vermogen, gewicht, prijs of verbruik) of de kosten ervan voor eigenaren. Het blijft onzeker of de belasting in 2025 wordt ingevoerd.
4. Vergoeding thuisladen
Circulaire 2024/C/77 verduidelijkt de fiscale behandeling van terugbetaalde elektriciteitskosten voor het thuis opladen van een bedrijfswagen. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om de kosten te vergoeden op basis van de werkelijke elektriciteitskosten of via een vast tarief per kWh dat per kwartaal door de CREG wordt vastgesteld. Voor het eerste kwartaal van 2025 zijn de tarieven:
- Vlaams Gewest: 28,22 eurocent/kWh
- Brussels Gewest: 32,94 eurocent/kWh
- Waals Gewest: 32,56 eurocent/kWh
De werkgever kan ook besluiten om enkel het laagste CREG-tarief te betalen aan alle werknemers van de onderneming voor vereenvoudiging. Hogere terugbetalingen dan de bovenstaande tarieven zijn niet toegestaan. Er wordt geen extra VAA in rekening gebracht als de terugbetaling voldoet aan de bovenstaande regels.
5. Opladers voor kantoor
In 2025 introduceerde België de verplichting om laadstations te implementeren in bestaande niet-residentiële gebouwen. De verplichting is afhankelijk van de regio waarin het bedrijf actief is. De volgende regels zijn van toepassing:
Vlaanderen:
- Bestaande kantoorparking (meer dan 20 plaatsen): minimaal 2 laadstations.
- Nieuwe kantoorparking (10+ plaatsen): Minimaal 2 stations en infrastructuur voor elke 4e parkeerplaats.
- Uitzondering: Geen installatie vereist als de kosten hoger zijn dan 7% van de renovatiekosten, maar kosten onder deze 7% moeten wel worden geïmplementeerd.
Wallonië:
- Kantoorparking (meer dan 10 plaatsen): minstens 1 laadstation en infrastructuur voor elke 5e parkeerplaats.
- Uitzondering: Zelfde kostenregel van 7% als in Vlaanderen, en wanneer het bedrijf een KMO is.
Brussel:
- Kantoorparking (meer dan 10 plaatsen): Ten minste 10% van de plaatsen moet oplaadpunten hebben, met een minimum van 2 stations.
6. Openbaar vervoer
Vanaf 15 december 2024 kunnen reizigers vanuit Brussel 45 minuten sneller in Amsterdam zijn dankzij de nieuwe Eurocity Direct-treindienst. Deze hogesnelheidsverbinding, beheerd door de NMBS en NS, vormt een aanvulling op de bestaande InterCity-dienst, waardoor de treinmogelijkheden naar Nederland worden verdubbeld. De Eurocity Direct voltooit de reis tussen Brussel-Zuid en Amsterdam-Zuid in iets meer dan twee uur en rijdt 16 keer per dag, met tussenstops in Antwerpen-Centraal, Rotterdam-Centraal, Schiphol en Amsterdam-Zuid.
De uitgebreide service versterkt de rol van Brussel-Zuid als Europees spoorwegknooppunt, met 120 dagelijkse verbindingen naar bestemmingen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, het VK en daarbuiten. Om deze wijzigingen op Europees niveau mogelijk te maken, zijn ook de binnenlandse treinreizen in België gewijzigd. Dit leidt soms tot minder aanbod in kleinere treinstations.
7. Vergoedingen
De maximale driemaandelijkse vergoeding voor beroepskilometers met een privéauto bedraagt in het eerste kwartaal van 2025: 0,4290 euro/km. Controleer altijd uw sectoraal paritaire comité om te weten of u de jaarlijkse aanpassing (0,4415 euro/km, nog van toepassing tot 30 juni 2025) of deze driemaandelijkse aanpassing moet volgen.
De fietsvergoeding is verhoogd naar 0,36 euro/km belastingvrij, met een jaarlijks maximum van 3.610 euro. Op uitbetaalde fietsvergoedingen bovenop deze bedragen moet je sociale contributies en belastingen betalen. De fietsvergoeding op basis van CAO 164 wordt ook geïndexeerd naar 0,29 euro/km vanaf 01.01.2025. Hier geldt een limiet van 40 km per dag, evenals het jaarlijkse totale maximum van 3.610 euro.
De forfaitaire vergoeding voor verplaatsingen met eigen vervoer (step, te voet, eigen auto enz.) is verhoogd naar 500 euro/jaar belastingvrij.