Arrow left
Alle blogartikels
Mobility Fundamentals
6
minuten leestijd

Zijn elektrische bedrijfswagens fiscaal interessant?

Gepubliceerd op
Dec 2, 2022
Jeroen Beuls

Table of contents

Schrijf je in op onze nieuwsbrief
Door je in te schrijven ga je akkoord met onze Privacybeleid.
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.

Elektrische auto’s stoten nauwelijks fossiele brandstoffen uit. Hierdoor krijgen deze wagens met het oog op de klimaatdoelstellingen steeds meer aandacht. Meer en meer bedrijven overwegen om hun bedrijfswagens te elektrificeren, om zo ook hun steentje bij te dragen. Eveneens breng je je bedrijf zo ook op de kaart als een duurzaam bedrijf. Allemaal goed en wel, maar het financiële plaatje mag natuurlijk niet uit het oog verloren worden. Het artikel gaat hier dieper op in.

Elektrische bedrijfswagen en belastingen
De fiscale aspecten van elektrische bedrijfswagens

CO2-solidariteitsbijdrage

Een werkgever die een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan een werknemer moet sinds 2005 een maandelijkse CO2-solidariteitsbijdrage betalen. De CO2-solidariteitsbijdrage is gebaseerd op de CO2-uitstoot en het brandstoftype van de bedrijfswagen. Tot 1 juli 2023 wordt de berekening vermenigvuldigd met 1,3525. Vanaf 1 juli 2023 wordt deze vermenigvuldigd met 2,25. In de volgende jaren zal deze factor ook verder toenemen. Deze verhoging geldt wel enkel voor bedrijfswagens die aangekocht, geleased of gehuurd worden vanaf die datum.

Voor elektrische bedrijfswagens wordt er gebruikgemaakt van de minimale niet-geïndexeerde CO2-solidariteitsbijdrage. Dit komt momenteel overeen met een geïndexeerd bedrag van 28,17 euro per maand. Het huidige minimum zal in 2023 verder geïndexeerd worden tot 31,34 euro per maand. De minimale niet-geïndexeerde CO2-solidariteitsbijdrage zal doorheen de jaren ook verder toenemen.

Fiscale aftrekbaarheid

Bedrijfswagens kennen een fiscaal gunstig regime. Zo ligt de fiscale aftrekbaarheid van een bedrijfswagen tussen de 40 en 100 procent. Dit betekent dat de werkgever tussen de 40 en 100 procent van de bedrijfswagen gerelateerde kosten kan aftrekken van het belastbaar inkomen. Zo verkleint het belastbaar inkomen en betaalt de werkgever uiteindelijk minder belastingen. Zoals bij de Co2-solidariteitsbijdrage hangt de aftrekbaarheid ook af van het brandstoftype en de Co2-uitstoot van de bedrijfswagen. We schetsen kort het verschil tussen de aftrekbaarheid van conventionele, plug-in hybride en elektrische bedrijfswagens.

Conventioneel 🚙

De aftrekbaarheid van conventionele bedrijfswagens wordt berekend aan de hand van een specifieke formule. Deze formule houdt dus rekening met de bovenstaande vermelde factoren. Een milieuvriendelijkere bedrijfswagen zal genieten van een hogere aftrekbaarheid dan een minder milieuvriendelijke bedrijfswagen. Erg vervuilende bedrijfswagens (>200g CO2/km) kennen een aftrekbaarheid van slechts 40 procent. De aftrekbaarheid van de andere conventionele bedrijfswagens varieert in de praktijk vaak tussen de 50 en 70 procent. In theorie kan dit variëren tussen de 50 en 100 procent.

Plug-in hybride 🚙🔌

Bij plug-in hybride bedrijfswagens moet er een onderscheid gemaakt worden tussen een ‘echte’ plug-in hybride bedrijfswagen en een ‘fake’ plug-in hybride bedrijfswagen. Een ‘fake’ plug-in hybride bedrijfswagen is een bedrijfswagen die een batterijcapaciteit heeft van maximaal 0,5 kWh en/of een CO2-uitstoot heeft van minimaal 50g CO2/km. Een ‘echte’ plug-in hybride bedrijfswagen wordt behandeld zoals de conventionele bedrijfswagens. Hierdoor kennen deze een aftrekbaarheid die in de praktijk zal liggen tussen de 80 en 100 procent.

Voor de ‘fake’ plug-in hybride bedrijfswagens moet men de CO2-uitstoot gebruiken van een overeenstemmende voertuig. Dit is een voertuig met hetzelfde brandstoftype, merk, model en koetswerk. Waarbij de verhouding van het vermogen van de twee voertuigen zo dicht mogelijk aanleunt tegen 1, en ligt tussen 0,75 en 1,25. Indien er geen enkel voertuig als overeenstemmend voertuig beschouwd kan worden moet de CO2-uitstoot van de ‘fake’ plug-in hybride bedrijfswagen vermenigvuldigd worden met 2,5. In deze gevallen zal de aftrekbaarheid gelijkaardig zijn als deze van een conventionele bedrijfswagen.

❗Daarnaast daalt de fiscale aftrekbaarheid van de brandstofkosten tot 50 procent voor plug-in hybrides die aangekocht, gehuurd of geleased zijn sinds 2023. Dit is niet het geval voor de laadkosten.❗

Elektrisch 🚙🔋

Elektrische bedrijfswagens genieten van een fiscale aftrekbaarheid van 100 procent. De elektrische bedrijfswagen is vanuit deze invalshoek dus erg interessant om in te investeren.

Aftrekbaarheid in de toekomst

In de komende jaren verandert er veel omtrent de fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens. Voor aangekochte, gehuurde en geleasede conventionele en plug-in hybride bedrijfswagens, die aangekocht zijn tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025, zal de fiscale aftrekbaarheid vanaf 2025 elk jaar dalen. De aftrekbaarheid van deze voertuigen daalt namelijk jaarlijks met 25 procent. In 2025 komt dit zo overeen met een fiscale aftrekbaarheid van maximaal 75 procent. De huidige ondergrenzen van 50 en 40 procent vallen ook weg in 2025. In 2028 is er zo geen aftrekbaarheid meer mogelijk bij deze bedrijfswagens. Alle bedrijfswagen gerelateerde kosten zijn dan verworpen uitgaven en vallen dus onder de vennootschapsbelasting.

Bedrijfswagens die worden aangekocht vanaf 2026 moeten CO2-neutraal zijn om nog fiscaal aftrekbaar te zijn.

Elektrische bedrijfswagens kennen tot en met 2026 een 100 procent fiscale aftrekbaarheid. Vanaf 2027 begint ook hier de fiscale aftrekbaarheid te verminderen. Zo zal de fiscale aftrekbaarheid voor elektrische auto’s aangekocht, gehuurd of geleased in 2028 nog 90 procent zijn, en in 2031 nog 67,50 procent zijn. De fiscale aftrekbaarheid blijft voor elektrische auto’s dus wel nog in werking tot na 2028. De fiscale aftrekbaarheid van het aankoopjaar wordt ook levenslang behouden voor dat voertuig. Het meest interessante vanuit deze invalshoek is dus om voor 2027 een elektrische bedrijfswagen te kopen, te huren of te leasen.

Onderstaande figuur geeft een overzicht van de fiscale aftrekbaarheid voor de komende jaren.

Fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens in de toekomst
Overzicht fiscale aftrekbaarheid van bedrijfswagens

VAA

Het laatste financieel aspect dat bekeken wordt is het Voordeel van Alle Aard. Het VAA is voornamelijk een kost voor de werknemer, maar ook de werkgever betaalt hierop belastingen. De werkgever betaalt 17 procent van het VAA als vennootschapsbelasting, indien de brandstofkost niet gedekt wordt voor privé verplaatsingen. Indien dit wel het geval is, dan betaalt de werkgever 40 procent van het VAA.

Het VAA zelf, voor de werknemer, wordt bepaald op basis van de leeftijd, de cataloguswaarde, het brandstoftype en de CO2-uitstoot van de bedrijfswagen. Waarbij een nieuwere, duurdere en een meer vervuilende auto een hoger VAA heeft. In 2022 is het minimale VAA 1400 euro.

Conclusie

Om na te kunnen gaan of dat een elektrische bedrijfswagen fiscaal interessant is, wordt er een voorbeeld uitgewerkt waarbij de drie brandstoftypes met elkaar vergeleken worden in 2023 en 2028. De drie gebruikte wagens zijn:

  • Audi A4 Avant - Diesel (cataloguswaarde van 44.430 euro);
  • Audi Q3 - Plug-in hybride benzine (cataloguswaarde van 50.010 euro);
  • Volkswagen ID.4 - Elektrisch (cataloguswaarde van 50.465 euro).
Belastingvergelijking tussen conventionele, plug-in hybride en elektrische bedrijfswagens
Financiële vergelijking van drie wagens in 2023 en 2028

Uit dit voorbeeld kan er geconcludeerd worden dat de dieselwagen de hoogste TCO heeft, en de elektrische wagen de laagste TCO heeft. In 2023 is de kost voor de dieselwagen 14,28 procent hoger dan de kost voor de plug-in hybride wagen en 28,54 procent hoger dan de kost voor de elektrische wagen. Door de fiscale veranderingen in de volgende jaren zal dit verschil in 2028 sterk toenemen. De dieselwagen kost dan 20,59 procent meer dan de plug-in hybride wagen en 59,43 procent meer dan de elektrische wagen.

Vanuit een andere invalshoek kan er geconcludeerd worden dat de dieselwagen in dit voorbeeld tussen 2023 en 2028 30 procent duurder is geworden. Voor de plug-in hybride wagen is dit 23,17 procent en voor de elektrische wagen is dit 4,80 procent. Dit zonder rekening te houden met toekomstige inflatie.

Een ander voordeel dat er verwacht wordt is dat de aankoopprijzen van elektrische wagens in de komende jaren verder zal dalen. Hierdoor zullen de TCO’s van elektrische wagens mogelijks nog lager liggen.

Tot slot is het belangrijk om te vermelden dat dit slechts één voorbeeldvergelijking is. In realiteit kunnen deze verschillen dus variëren. Het voorbeeld geeft wel duidelijk aan dat de huidige kosten tussen de drie wagens momenteel gelijklopend zijn, en dat de kosten in de toekomst voornamelijk zullen stijgen bij de conventionele voertuigen en de plug-in hybride voertuigen.